Kinderen
Kinderen maar liefst 8 stuks in 16 jaar tijd
Mijn ouders trouwden in 1945 voor de wet en in januari 1946 uiteraard voor de kerk.
Dat laatste telde natuurlijk.
Huizen waren in die tijd schaars. Ze konden wel bij een kennis inwonen. Ze zaten daar gedurende enkele weken op een kamertje (armoede troef). Er kwam een huis vrij in de oude kolonie (mijnwerkerswijk) te Lindenheuvel.
Zoals het “goede”katholieken betaamde kregen ze al in december 1946 hun eerste kind (dochter Mariet). Kreeg men in die jaren niet snel genoeg kinderen dan kwam pastoor op bezoek om te vragen wat er mis was. Zoals uit het volgende stukje blijkt hoefde hij bij ons de eerste tijd niet op bezoek te komen.
In februari 1948 kwam de volgende baby (dochter Ied). Een zoontje liet ook niet lang op zich wachten. Via een andere kennis konden ze een kleine woning huren. Deze woning stond in de wijk Lindenheuvel (Begoniasingel 68) te Geleen. Ook toen bestond er al vriendjes politiek.
Tijd dat er weer zonen geboren worden.
In juli 1949 was het raak (zoon Dirk). Tijdens de zwangerschap van Dirk fietste mijn moeder door de wijk en werd aangevallen door een hond en kwam ze ten val. Door deze val werden de kleine hersenen van de ongeboren vrucht licht beschadigd (zo bleek later).
Het jaar 1951 in de maand september werd zoon Wil geboren. Met deze kregen ze later nog veel plezier.
In april 1953 werd de geboorte van René gevierd. Het werd langzaam tijd voor een dochtertje.Dit gebeurde in juli 1954 (Annie). Ze hebben het tot op dat moment goed weten te verdelen, 3 jongens en drie meisjes.Er was weinig geld. Vader verdiende met bovengronds nog geen fractie van wat een ondergrondse koelpiet verdiende. Het was iets van 10 gulden per week (is nu € 4,50). Maar je moet de kinderen toch aan het eten houden. Er werd ieder jaar een biggetje gekocht en vetgemest bracht dit behoorlijk wat vlees op de tafel. Groente en fruit werd goedkoop en massaal verbouwd en geruild. Dit werd dan allemaal ingewekt. En delen van het varken werden op zolder en in de kelder opgehangen om te drogen.
Annie werd het “Pupke”genoemd
Het jaar 1955 in de maand oktober werd Alfons de 1e geboren. Helaas werd hij geboren met een open rug en een waterhoofdje. Na enkele uren overleed hij dan ook in het ziekenhuis te Sittard. Annie werd nu het “pupke” genoemd. Ze was alles voor mijn moeder. Het huis was inmiddels veel te klein geworden om met zoveel mensen te verblijven. Via dezelfde kennis die hun dit huis bezorgd had, konden ze in dezelfde straat een groter huis (Begoniasingel 117) krijgen met 4 slaapkamers, woonkamer, keuken, erkerkamer, grote zolder en een kelder. Niet onbelangrijk een super grote tuin. In dit huis woonden nu nog mensen die emigreren gingen. Ze zouden ’s avond eruit trekken. Ons gezinnetje moest dan die zelfde avond/nacht verhuizen naar dit huis. Broers van mijn moeder werden opgetrommeld om de spulletjes te verhuizen. Het grootste probleem was het varken.
Begoniasingel 117 Lindenheuvel
Met 2 man trekken en een man duwen werd het varken verhuisd en voor die nacht aan een touw in de nieuwe tuin vastgebonden. Moe maar voldaan kon men naar bed. De volgende ochtend waren we gelijk al populair. Het varken had het touw doorgebeten en was lekker in de omringende tuinen aan het wroeten. Er werd achter in de 30 meter lange tuin een varkenshok gebouwd. Gelijk ook een kippen en konijnenhok en volière gebouwd. De bouwmaterialen kwamen van de staatsmijn en van vrienden van mijn vader. In de tuin kwamen kruisbessenstruiken en rabarber te staan en de rest werd dichtgezet met allerlei soorten groenten en aardappelen. Dit alles gebeurde in het jaar 1957. In de daarop volgende jaren kregen ze dan ook bezoek van pastoor. Het kinderen krijgen bleef maar uit. Wat is gaande? Zijn het geen goede katholieken meer? Bertha en Reinier Lemmens deden wel hun best, maar niet goed genoeg. Toch blijven proberen. En jawel hoor, de aanhouders winnen.